Vertrouwelijkheid / Geheimhouding

Vertrouwelijkheid is een andere belangrijke pijler in het mediationproces. Vertrouwelijkheid heeft twee kanten: de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht.

De mediator
Op grond van het NMI-mediationreglement kunnen partijen de mediator niet als getuige horen over hetgeen tijdens de mediation aan de orde is geweest. De mediator waarborgt deze geheimhouding in de mediationovereenkomst.

Echter, de mediator heeft niet een in de wet vastgelegd verschoningsrecht. Indien de rechter een mediator als getuige wil horen over hetgeen in de mediation is besproken, dient de mediator hieraan gevolg te geven.

Partijen
Partijen kunnen contractueel met elkaar in de mediationovereenkomst afspreken, dat zij aan derden geen informatie zullen verstrekken over het conflict, of over het resultaat van de mediation. Zij kunnen bijvoorbeeld met elkaar overeenkomen, dat schending hiervan aanleiding geeft tot het verbeuren van een geldboete.

Partijen zijn voor alle informatie, verkregen tijdens de mediationprocedure, gebonden aan regels van beslotenheid en geheimhouding. Daardoor kunnen partijen tijdens de mediationprocedure vrijuit met elkaar van gedachten wisselen. Dit geldt ook voor eventuele deskundigen , zoals advocaten, accountants of andere adviseurs, die partijen tijdens de procedure bijstaan.

Deze adviseur moet, als hij bij het mediationproces wordt betrokken, een geheimhoudingsverklaring ondertekenen.
Als een partij/derde de vertrouwelijke informatie toch in een procedure gebruikt, is er sprake van schending van de mediationovereenkomst, tenzij partijen over de informatie ook hadden kunnen beschikken indien de mediation niet had plaatsgevonden.